De Pauselijke eed

In het artikel De Paus, het Pausschap en de Stoel van Petrus vacant [i] wordt uitgelegd waarom  de ‘pausen’ van Vaticanum II stoffelijkerwijs, maar niet vormelijkerwijs ‘paus’ zijn. Het stoffelijke element bestaat in de verkiezing en de aanwijzing van een subject, een kardinaal, tot het pausschap. Het vormelijke element bestaat in de mededeling van het “zijn met” door Christus aan de verkozene van het conclaaf met alles wat daaruit volgt: bijstand, opperste bestuursmacht, onfeilbaarheid. De verkozene kan maar daadwerkelijk Paus worden,  als hij de canonieke aanwijzing van zijn persoon aanvaardt. Wie het pausschap aanvaardt, aanvaardt het opperherderschap zoals het door Christus werd ingesteld en verklaart zich daarmee ook bereid het einddoel van het opperherderschap te realiseren. Het einddoel wordt bereikt door de Kerk de opdracht te geven het goddelijke Offer op te dragen, de ware leer aan de zielen te verkondigen (en de dwalingen te veroordelen) en de zielen met de ware sacramenten en goede wetten te heiligen. De verkozene van het conclaaf ontvangt op het moment van zijn aanvaarding het “zijn met”, als hij de objectieve, werkelijke en gewoonlijke (hebbelijke) intentie heeft die taken te volbrengen. Deze intentie is een noodzakelijke voorwaarde om het vormelijke element te ontvangen. Heeft hij deze objectieve intentie niet, dan is er in hem een beletsel voor de mededeling van het “zijn met” door Christus. Hij is een verkozene, maar geen ware Plaatsvervanger van Christus op aarde.

Men maakte wel eens de bedenking dat deze voorwaarde – die uit het wezen van de zaak voortvloeit –  niet in de handboeken van theologie of van kerkelijk recht voorkomt.  Er bestaat echter een “pauselijk eed”. [ii]  Ze stond in het Liber Diurnus. In de 11de en 12de eeuw hebben eminente rechtsgeleerden deze geheel of gedeeltelijk in hun geschriften opgenomen. Ze was een openlijke verklaring die de nieuwgekozen Paus bij zijn kroning aflegde. Hij verklaarde in plechtige bewoordingen dat hij de leer, de wetten en de liturgie van de Kerk getrouw zou bewaren.  Ze was een plechtige uitdrukking van wat het betekent de uitverkiezing werkelijk te aanvaarden. Haar bestaan bewijst dat in de Kerk de overtuiging leefde dat de verkozene slechts dan ware Paus is, als hij de intentie heeft het einddoel van het pausschap en daarmee dat van de Kerk, te realiseren.

Wij geven hier een Nederlandse vertaling van de publieke verklaring die vermoedelijk door de nieuwgekozen Paus Conon, die regeerde vanaf oktober 686 tot zijn dood in september 687, afgelegd werd. Deze verklaring zou dus dateren uit het jaar 686. Ze staat onder meer  in de Patrologia Latina uitgegeven in Parijs in het jaar 1864 door J.-P. Migne.[iii]

In de naam van de Heer en God, onze Verlosser Jezus Christus, etc.

Verklaring…, maand …

Ik,…, priester en verkozene door de barmhartigheid Gods, en op het punt staande door de genade Gods de nederige bisschop van de Apostolische Stoel te worden, verklaar openlijk voor u, Heilige Petrus, prins van de apostelen (aan wie de Schepper en Verlosser van allen, de Heer Jezus Christus, de sleutels van het rijk der hemelen gegeven heeft om te binden en te ontbinden in de hemel en op aarde, als Hij zei: “Al wat gij op aarde bindt, zal gebonden zijn in de hemel, en al wat gij op aarde ontbindt, zal ontbonden zijn in de hemel.”), en voor uw heilige Kerk, die ik vanaf vandaag met uw bijstand bestuur.

Ik verklaar openlijk de juistheid van het ware geloof, die in uw heilige Kerk gevonden wordt, die door Christus ingesteld en geschonken werd en door uw opvolgers en leerlingen tot aan mijn geringheid doorgegeven werd, met al de inzet van mijn krachten, met mijn leven en mijn bloed, te behouden en de tijdelijke moeilijkheden met uw hulp geduldig te dragen.

Ik verklaar openlijk te bewaren zowel het geloof in het mysterie van de heilige en ondeelbare Drievuldigheid, Die één God is, als het geloof in het mysterie van de Menswording van de eniggeboren Zoon van God en de Verlossing door Onze Heer Jezus Christus[iv].  Ik verklaar het geloof in al de andere dogma’s van de Kerk, zoals ze door de katholieke concilies en in de decreten van de meest illustere en apostolische bisschoppen, en in de geschriften van de kerkleraren nagelaten werden, te bewaren. Evenzo verklaar ik te behouden alles wat door u voor het behoud van uw en ons rechtgeaard geloof overgeleverd werd.

Ik verklaar integraal, tot de laatste letter, te behouden, de heilige en katholieke concilies, namelijk het concilie van Nicea, het concilie van Constantinopel, het eerste concilie van Efeze, het concilie van Chalcedon en het tweede concilie van Constantinopel, welke gedurende het bestuur van de Keizer Justinianus, zaliger gedachtenis, gehouden werd. En ik verklaar grondig en volledig, met dezelfde eer en waardering, te bewaren samen met de andere concilies, de zes concilies welke recentelijk gehouden werden onder mijn apostolische voorganger Agatho, en keizer Constantijn [IV] zaliger gedachtenis. Ik verklaar te onderrichten wat zij onderricht hebben en te veroordelen, door mijn woord en in mijn hart, wat zij veroordeeld hebben.

IJveriger en krachtiger verklaar ik al de decreten [v]van onze apostolische voorgangers, de Pausen, die ze in synodes verordend hebben en goedgekeurd werden, te bevestigen, ongeschonden in stand te houden en in de onwankelbaarheid van hun kracht, zoals ze door hen vastgelegd zijn, te bewaren. Ik verklaar  door een gelijke uitspraak te veroordelen wat ook of wie ook zij met een gelijke uitspraak veroordeeld of verstoten hebben.

Ik verklaar openlijk de kerkelijke tucht en de kerkelijke ritus zoals ik ze gevonden heb, en zoals ze door mijn heilige voorgangers overgeleverd werden, onverkort te bewaken.

Ik verklaar de zaken van de Kerk ongeschonden te behouden, en er voor te zorgen dat ze ongeschonden bewaard worden.

Ik verklaar niets van de traditie[vi] die ik ontvangen heb en door mijn voortreffelijkste voorgangers gehandhaafd werd, te verbrijzelen, te veranderen  noch enige nieuwigheid toe te laten. Integendeel, als hun ware leerling en opvolger verklaar ik met al mijn krachten en inspanningen vurig te behouden en te vereren wat zij overgeleverd hebben.

Ik verklaar te straffen indien waarlijk iets tegen de kerkelijk tucht opgerezen zou zijn. Ik verklaar de heilige canons en constituties van onze Pausen als goddelijke en hemelse geboden te bewaren, omdat ik me bewust ben dat ik u, wiens plaats ik door Gods genade bekleed en wiens rol ik geholpen door uw voorspraak vervul, stipt rekenschap zal geven op de dag van het oordeel over alles wat ik verklaar.

Indien ik het zou aangedurfd hebben iets in strijd met deze dingen te doen of ze zou hebben gedoogd, zult u mij vanzelfsprekend ongunstig gezind zijn op de dag van het verschrikkelijk goddelijk oordeel.

Ik smeek u ook om mij die in dit vergankelijke leven is gesteld en poog deze dingen zorgvuldig en met ijver te bewaren, bijstand te verlenen, opdat ik onberispelijk mag verschijnen voor de Rechter van allen, Onze Heer Jezus Christus, wanneer Hij zal komen om streng te oordelen over de toevertrouwde dingen, zodat Hij mij moge deelachtig maken aan het lot van de rechtvaardigen,  en mij plaatsen onder uw trouwe discipelen en opvolgers.

Ik heb deze verklaring opgesteld en met eigen hand ondertekend, zoals ze hierboven staat en mij door de notaris en archivaris opgedragen is. En met een reine geest en een vroom geweten heb ik u, gezegende Petrus, apostel en prins van alle apostelen, deze verklaring met een fysieke eed oprecht aangeboden.

[i] https://www.sodalitium.cloud/de-paus-het-pausschap-en-de-stoel-van-petrus-vacant/

[ii] Voor meer details over de pauselijke eed, zie  On the lack of intention to accept the papacy by Rev. Damien Dutertre, June 2022 — mostholytrinityseminary.org

[iii] Volume 105, kolom 39 ev. https://books.google.be/books?id=Ij18R__FCysC&redir_esc=y

[iv] Deze vertaling is niet letterlijk, maar we denken dat ze de inhoud weergeeft.

[v] in zaken van geloof en zeden (voetnoot in Migne)

[vi] Hier wordt niet de Traditie of Overlevering bedoeld, maar een menselijke traditie (voetnoot in Migne).