Heilige Joannes Berchmans: 26 november

Voorbeeld van trouwe dienstbaarheid

Joannes werd geboren te Diest op 13 maart 1599. Zijn vader heette Jan Berchmans en zijn moeder Liesbet Van den Hove. Op 14 maart ontving hij het heilig Doopsel in de Sint-Sulpitiuskerk. Hij stierf te Rome op 13 augustus 1621 met een kruisbeeld, zijn rozenkrans en het regelboek in zijn handen. “Dat zijn de drie zaken die mij het dierbaarst zijn. Gaarne zal ik daarmee sterven.”

Op het feest van Joannes Berchmans (26 november) bidt de Kerk: “Verleen, bidden we, Heer God, aan uw dienaren, de voorbeelden van onschuld en van trouw in uw dienst na te volgen, waarmee de engelachtige jongeling Joannes de bloesem van zijn jeugd u heeft toegewijd.”

Enkele voorbeelden van zijn trouw in de dienst van God:

“Ik ben kloosterling geworden om te studeren en niet om een vadsig leven te leiden. De ketters ontzien zich geen moeite om Christus te bekampen en ik zou niet studeren om Hem te verdedigen? Wereldlingen studeren uit ijdele glorie en ik zou niet studeren tot eer van God? Ik leg me dus vlijtig toe op de studie  en verlies geen stipje van mijn tijd.”

“Liever barsten dan één voorschrift te overtreden!”, is het van hem gekende woord dat zijn trouw aan de regel, en aan alle voorschriften en wensen van de oversten uitdrukt.

De heiligheid van Joannes lag in de standvastigheid waarmee hij de kleinste verplichting stipt volbracht. Heldhaftig diende hij God door zijn plichten van staat trouw te vervullen. Hij was nog te jong om buitengewone dingen te doen, maar het gewone deed hij op volmaakte wijze. Het werk dat hij deed, volbracht hij zodanig en met zulke intentie dat het volmaakt was. Het was in alle opzichten af.

Alleen door de goddelijke Liefde gestuwd, kon hij zijn dagelijkse plichten zo volmaakt volbrengen. “Mijn ziel onderhield uw geboden, Heer; ik had ze hartgrondig lief.”  Wie God lief heeft, heeft ook zijn wil en dus zijn geboden lief. Het onderhouden van Zijn geboden is de toetssteen van de liefde: “Wie Mijn geboden lief heeft en ze bewaart, hij is het die Mij bemint.”

Getrouwheid is het hart van de liefde. Trouw valt ons zwaar omwille van onze wispelturige menselijke natuur. De verlokkingen van de wereld, die onze trouw aan God bedreigen, vinden in haar altijd een bondgenoot. En toch, trouw is mogelijk. Velen zijn God levenslang trouw gebleven,  ondanks de vele bekoringen. God helpt ons met zijn genade. “Alles vermag ik in Hem, die mij sterkt”, schreef Sint Paulus.  Wanneer we het onze doen, mogen wij vertrouwensvol verwachten dat God onze goede wil zal zegenen en ons in de trouw aan Hem zal bewaren.

Wat bepaalt de waarde van ons leven? De verzamelde schatten? Niemand neemt die mee naar het hiernamaals. De successen? Wat baat het de mens? De genoegens van het leven? Die zijn vervlogen nog voordat de dood zijn hand naar ons uitstrekt. Op de dag van het oordeel stelt God uiteindelijk maar één vraag: ‘Was je Mij trouw?’ Zo ja, dan was ons leven de moeite waard. Zo niet, dan was het een mislukking in Gods ogen, ook al is het in de ogen van de wereld nog zo schitterend geweest.

Op grond van deze vraag wordt het eeuwige lot beslist. God beloont de trouw aan Hem met een overvloedig loon. De grote leuze die boven het leven van elke echte christen moet staan, moet dan ook zijn: trouwe dienstbaarheid aan God in woord en daad.

In de gelijkenis van de talenten  heeft de ene meer ontvangen dan de ander, maar het loon is hetzelfde: “Ga binnen in de vreugde van uw Heer.” Voor Jezus heeft 5, 2 of 1 talent geen gewicht. Wat de Heer van iedereen eist, is trouwe dienstbaarheid. De onnutte knecht wordt gestraft, niet omdat hij slechts één talent bezat, maar omdat hij er niets mee had uitgevoerd. De Heer eist dat we woekeren met Zijn gaven en ze vruchtbaar maken voor het rijk Gods door er goed mee te doen. Dat deed de heilige Joannes Berchmans.

Heilige Joannes Berchmans,
verkrijg voor ons de genade uw heldhaftige trouw in dienst van de Allerhoogste te bewonderen
en u daarin na te volgen.