Vastentijd: tijd van versterving

De Christelijke versterving

Varallo_31juli15-(46)

 

Doel van de christelijke versterving

Het doel van de christelijke versterving is de kwade invloed van de erfzonde op onze zielen verlammen. De wedergeboorte in Christus door het Doopsel heeft de zonde in ons vernietigd, toch blijven we zeer ver beneden de erfrechtvaardigheid en de vrede van het Aardse Paradijs.

Het concilie van Trente leerde dat de drievoudige begeerlijkheid: de hoogmoed, de begeerlijkheid van het vlees en van de ogen zich ook in gedoopten doet gevoelen. Het spoort ons dan ook aan tot de christelijke versterving.

De drievoudige begeerlijkheid noemt de H. Schrift nu eens de “oude mens”, in tegenstelling met de “nieuwe mens”; dan weer “het vlees” of de gevallen natuur in tegenstelling met “de geest” of de door de bovennatuurlijke genade herboren natuur.

Die “oude mens” moeten we versterven. We moeten hem intomen, dwingen tot onmacht, onbeweeglijkheid en onvruchtbaarheid. We moeten beletten dat die “oude mens” zijn vrucht, dit is de zonde, voortbrengt. Zijn invloed op ons zedelijk leven moet vernietigd worden.

De christelijke versterving moet de gehele mens, lichaam en ziel, omvatten en moet de gehele werkkring waarin we ons bewegen, omsluiten .

“We moeten sterven.” schreef de H. Franciscus van Sales. “Wij moeten sterven om God te laten leven in ons. De weg van de versterving is de enige weg waarlangs de ziel tot de vereniging met God komt. Versterven is hard voor de natuur, maar elke versterving veroorzaakt een leegte die door God gevuld kan worden.”

            .

Versterving van het lichaam

  1. Varallo_31juli15-(64)Leer gewillig aanvaarden, deemoedig en geduldig dragen, die pijnlijke versterving die ziekte heet.
  2. Wat het voedsel betreft, houd u zo veel mogelijk aan het eenvoudige en noodzakelijke. De H. Augustinus bad: “Gij hebt mij geleerd, o Heer, de spijzen slechts als versterkingsmiddel te gebruiken. Is er wel iemand onder ons, o Heer, die hierin nooit de maat te buiten gaat? Zo er één gevonden wordt, ik verklaar het, die man is groot en zeker verschaft hij veel eer aan uw naam.”
  3. Bid dikwijls, ja dagelijks, de goede God dat Hij door zijn genade belet dat u de grenspalen van het noodzakelijke overschrijdt en dat u toegeeft aan de verlokkingen van het genot.
  4. Gebruik niets tussen de maaltijden, tenzij u gedwongen bent door de noodzakelijkheid of de welvoeglijkheid.
  5. Onderhoud de vasten- en onthoudingswetten, doch steeds met bescheidenheid en onder leiding van de gehoorzaamheid.
  6. Lichamelijke genoegdoening is niet altijd verboden, maar heilig het steeds door een goede intentie en dankzegging aan God.
  7. Regel uw nachtrust en geef niet toe aan luiheid, vooral ’s morgens. Leg een tijdstip vast en houd u eraan.
  8. Begeef u moedig aan het werk en ontzie geen moeite. Put uw lichaam niet uit, maar wacht u het te vertroetelen. Behandel het als een slaaf zodra het zich aanstelt als een meester.

    .

Versterving van de zinnen, de verbeelding en de driften

  1. Sluit uw ogen voor elke gevaarlijke afbeelding. Heb zelfs de moed u te ontzeggen wat ijdel en nutteloos is.
  2. Sluit uw oren voor vleiende woorden, lofuitingen en verlokkingen; voor slechte raad, achterklap en kwetsende spot; voor elk woord dat tussen twee zielen de minste onenigheid zou kunnen verwekken.
  3. Varallo_31juli15-(45)Eet wat de pot schaft. H. Franciscus van Sales zei: ”Eet wat goed smaakt zonder welbehagen en wat slecht smaakt zonder afkeer en toon u in beide even onverschillig. Dat is de ware versterving.”
  4. Offer uw maaltijden op aan God en leg u een kleine onthouding op. Uw tafelgenoten zullen er niets van merken, maar God zal het u lonen.
  5. Vermijd zinnelijke aanrakingen, strelingen die met enige passie gepaard gaan of waarin hoofdzakelijk zinnelijk genot gezocht wordt.
  6. Zeg met de profeet: “Koude en hitte, regen en zonneschijn, loof de Heer!” Verdraag geduldig de koude van de winter, de hitte van de zomer.
  7. Versterf uw verbeelding wanneer zij u een schitterende toekomst voorhoudt of u bedroeft door sombere vooruitzichten; wanneer ze u ophitst door de herinnering aan een woord of een daad die u heeft gekwetst.
  8. Zo de neiging tot dromen in u opkomt, versterf ze zonder mededogen.
  9. Versterf alle opwellingen van ongeduld, prikkelbaarheid en gramschap.
  10. Onderzoek uw verlangens en onderwerp ze aan de tucht van de rede en het geloof. Tracht u niet naar welzijn en genot zonder lijden of verdriet? Naar overwinning zonder strijd? Naar succes zonder tegenkantingen? Naar toejuichingen zonder afkeuringen? Naar een rustig en gemakkelijk leven zonder kruisen?
  11. Het is niet verboden een gevoelig hart te hebben en dat te tonen. Maar hoed u voor het verlies van de juiste maat.

 

Versterving van geest en wil

  1. Ontzeg aan uw geest alle nutteloze gedachten. Ze zijn louter tijdverlies, verstrooien de geest en ontnemen de lust tot ernstige arbeid.
  2. Verban alle gedachten van onrust of droefheid. Bekommer u niet over wat u later kan overkomen.
  3. Verwerp alle slechte gedachten. Wordt u gekweld door ongewilde slechte gedachten, wees geduldig. Uw strijd ertegen is zeer verdienstelijk.
  4. Varallo_31juli15-(36)Vermijd stijfhoofdigheid in uw gedachten of onverzettelijkheid in uw gevoelens. Luister met geduld naar het oordeel van de anderen.
  5. Versterf uw tong, het natuurlijke werktuig van uw geest. Oefen u gaarne in stilzwijgendheid.
  6. Luister liever naar de anderen dan zelf te spreken, maar spreek nochtans te gepasten tijd. Vermijd de overdrijving in beide richtingen.
  7. Belet de anderen niet hun gedachten te uiten door hen voortdurend in de rede te vallen. Kwets hen niet door uw stilzwijgendheid, die een tekort aan belangstelling zou kunnen verraden.
  8. Onderbreek nooit iemand die spreekt.
  9. Spreek op zachte toon, niet bits of kortaf. Vermijd alle overdrijvingen in het spreken.
  10. Bemin de eenvoud en de openhartigheid. Verfoei veinzerij, omwegen en berekende dubbelzinnigheid.
  11. Onthoud u zorgvuldig van alle woorden die onbetamelijk, gemeen of slechts ijdel zijn. Onze Heer verwittigde ons dat Hij op de dag van het Oordeel streng rekenschap zal vragen over elk woord.
  12. Versterf uw wil. Buig hem voortdurend naar Gods heilige Wil. Houd geen rekening met uw neigingen, met uw afkeer, met uw verlangens of met uw tegenzin.
  13. U beoefent de grootste van alle verstervingen wanneer u de vernederingen geduldig verdraagt.
  14. Schep er behagen in vergeten te worden en niet geteld. Spreek niet over uzelf, ten goede noch ten kwade.
  15. Wordt u vernederd of berispt, zeg dan met koning David: “Het is goed dat ik vernederd werd.”
  16. Draag onderworpen aan de goddelijke Voorzienig-heid, de kruisen en de moeilijkheden van uw levensstaat.
  17. Wees geduldig in bekoringen, gewetensangsten en geestelijke dorheid. “Wat we deden in geestelijke dorheid, was verdienstelijker dan wat met vertroosting gepaard ging.”
  18. Uw ellende moet u niet bedroeven. Verneder u in dat geval. Weinig mensen begrijpen dat zich vernederen heilzaam is. Zich verontrusten en zich opwinden kent iedereen en toch is het in het geheel niet heilzaam. In uw onrust en uw wrevel heeft eigenliefde steeds het grootste aandeel.
  19. Bespaar u geen moeite in de geestelijke strijd. Werk alsof alles van uw arbeid afhangt, maar blijf nederig en bescheiden als een nutteloze dienstknecht.

 

Verstervingen in uw uiterlijke werkzaamheden

  1. Wees ijverig werkzaam van ’s morgens tot ’s avonds. Geef niet toe aan luiheid.
  2. Tracht u te verheugen over wat mishaagt en verveelt in het volbrengen van uw dagelijkse plichten.
  3. Wijd al uw aandacht aan uw werk, zonder achteruit te zien of met uw gedachten de tijd vooruit te springen. “Ik zal niet denken aan het verleden, niet dromen over de toekomst, maar nu mijn plicht volbrengen.”
  4. Wees bescheiden in uw lichaamshouding en uw optreden.
  5. Orde en netheid moet u beschouwen als een deugd, wanorde en slordigheid als een ondeugd. Zorg er voor dat uw kleding geen opzien baart. Niet vuil, gescheurd, bevlekt, ook niet overdreven luxueus of elegant. Maar zodanig dat iedereen moet bekennen: het is welvoeglijk.

 

Verstervingen in uw omgang met de naaste

  1. Varallo1Verdraag de gebreken van uw naaste: gebreken van geest, karakter, opvoeding. Verdraag alles wat u mishaagt: zijn stap, zijn houding, zijn stem, zijn uitspraak…
  2. Verdraag ! Verdraag het christelijk tot op het einde toe. Geen hoogmoedig geduld dat zeggen doet: Wat gaat mij deze of gene aan? Zijn woorden raken me niet. Niets is minder naar Gods hart dan zulke hoogmoedige onthechting of minachtende onverschilligheid.
  3. Bent u geneigd u boos te maken? Om Jezus’ liefde, wees zachtmoedig.
  4. Voelt u bekoringen tot wraak? Loon kwaad met goed.
  5. Wilt u iemand stuurs bejegenen? Onthaal hem met een hartelijke glimlach.
  6. Ligt achterklap op uw tong? Verzwijg dat kwaad en spreek gunstig over hem of haar.
  7. Wilt u iemand bitsig toespreken. Wees zachtmoedig.
  8. Spreek gaarne lofuitingen over uw naaste. Vooral over hen die bij u afgunst opwekken.
  9. Wees nooit geestig ten koste van de naaste.
  10. Valt een bepaalde dienst bewijzen u hard, bied u dan dadelijk aan. U zult dubbel verdiensten verzamelen voor de hemel.
  11. Onbetamelijke gesprekken of tekortkomingen aan de naastenliefde mogen wel eens een zachte terechtwijzing uitlokken. In het algemeen zal het nochtans beter zijn het gesprek op een ander onderwerp af te leiden of door gewilde onoplettendheid uw misnoegen te tonen.

   .

Deze verstervingen werden ontleend aan de voorbeelden van de heiligen, onder meer aan de H. Augustinus, de H. Thomas van Aquino, de H. Theresia, de H. Franciscus van Sales, de H. Johannes Berchmans. Zij werden aanbevolen door gezaghebbende meesters in het geestelijke leven.

.

Varallo_31juli15-(68)

Genomen uit: De christelijke versterving, kardinaal Désiré Mercier